Het paard van Sinterklaas is ziek

Het paard van Sinterklaas is ziek,
wat zou er nou toch zijn?
Het heeft misschien teveel gesnoept
van koek en marsepein.
Wat jammer, wat jammer,
zijn buikje doet zo'n pijn,

wat jammer, wat jammer,

wat zou er nou toch zijn?
Het paard van Sinterklaas is ziek nou moet het blijven staan.

Nou moeten sint en zwarte piet maar met de auto gaan.

Wat jammer, wat jammer, zijn buikje doet zo'n pijn,

wat jammer, wat jammer, wat zou er nou toch zijn?

Het paard van sinterklaas is ziek, maar piet heeft het gefopt.

Hij heeft in 't paard zijn haverzak alleen taaitaai gestopt.

Wat jammer, wat jammer, zijn buikje doet zo'n pijn,

wat jammer, wat jammer, wat zou er nou toch zijn?

Het paard van sinterklaas is ziek wat moeten we nou doen?

Ik stop vanavond voor het paard een wortel in mijn schoen

Da's beter, da's beter, dan koek en marsepein.

Da's beter, da's beter, dan voelt het zich weer fijn

zak van Sinterklaas verlanglijstje

Materiaal:
Mal
speelgoedtijdschriften
karton
lijm
schaar

Werkwijze:
Knip uit het karton een grote zak. En knip uit de tijdschriften leuke cadeautjes wat je graag zou willen krijgen van Sinterklaas. Lijm op het karton de cadeautjes die je hebt uitgezocht en klaar is je verlanglijstje.

pepernoten maken

Pepernoten
Benodigheden:
200 gram bloem
½ theelepel bakpoeder
snufje zout
150 gram stroop
2 theelepels kaneelpoeder
1 theelepel kruidnagelpoeder
1 theelepel gemalen nootmuskaat
½ theelepel gemalen korianderzaad

Werkwijze:

Verwarm de oven voor op 160 ºC. Zeef de bloem met het bakpoeder in een kom.

Maak een kuiltje in het midden en doe daarin de stroop en de specerijen.

Roer alles vanuit het midden goed door elkaar en maak een stevig deeg.

Smeer een bakblik in met margarine, druk er knikkers van het deeg op

en bak ze in een matig warme oven in circa 15 minuten lichtbruin en gaar.

Je kan controleren of het gaar is door er met een naald in te prikken.
Wanneer deze droog blijft, is het gaar.

Eekhoorn

Eekhoorn, eekhoorn
Met je lange staartje.
Eekhoon, eekhoorn
Spring maat met een vaartje.
Tikke takke tonen
Roets in de bomen

muisjes van eierkoeken

Benodigdheden:
Eierkoeken

dropvetersmarties/m&m's

gekleurd papier

Beschrijving:

Besmeer de eierkoek met boter en snijd hem doormidden.

Stop de dropveter er tussen als staartje.

Duw aan elke kant van de muis een smartie of m&m als oogje in de eierkoek.

Vouw het papier dubbel en knip daar de oortjes van de muis uit.

Zorg dat de vouw in het midden van de oortjes zit, dit gedeeltje stop je tussen de twee delen eierkoek.

Herfst

1 kastanje en een beukennoot
2 bladeren oh zo groot!
3 eikels met een spin erop
4 kale bomen en een regendrop
Herfst brengt blaadjes, kastanjes, spinnen en wind
Ik hoop dat je het niet erg vindt!

Roken en Alcohol tijdens de zwangerschap

Tabak en roken
We weten nog niet alles over zwangerschap en roken, maar een ding is zeker: wanneer u rookt, krijgt de placenta (moederkoek) minder bloed toegevoerd. Het ongeboren kind krijgt minder zuurstof. En dat vertraagt de groei. Bij de geboorte weegt zo'n baby al gauw gemiddeld 200 gram minder: hoe meer de moeder rookt, hoe lager het geboortegewicht. Dat maakt het kindje kwetsbaarder: de sterftekans wordt er groter door. Soms ontstaan er bloedingen in de placenta.
Niet alleen de groei, ook de verstandelijke ontwikkeling van een kind kan door roken worden beïnvloed. Ook na de geboorte is het onverstandig te roken waar de baby bij is. Dit verhoogt namelijk de kans op wiegendood. Er zijn ook meer nadelen van roken tijdens de zwangerschap: een lager gewicht, groeiachterstand, vroeggeboorte, gevoeligheid voor aandoeningen en borstvoeding

Alcohol
Een glaasje wijn, een biertje, een sherry: we gaan het steeds gewoner vinden. Alcohol is dan ook één van de meest gebruikte genotmiddelen. Helaas ondervindt een ongeboren kind er de nadelen van. Als u veel alcohol drinkt, gaat dat vaak ten koste van uw voeding. Als u zwanger bent, gaat dat daarmee ten koste van uw kind. U kunt er ook een miskraam door krijgen. Bovendien kan alcoholgebruik van de vader invloed hebben op de zaadkwaliteit.
Wat een aanstaande moeder aan alcohol binnenkrijgt, gaat via de placenta rechtstreeks naar het ongeboren kind. De gevolgen zijn groot, zowel voor als na de geboorte. Baby's die de alcoholconsumptie van hun moeder moeten delen, zijn vaak te klein als ze geboren worden en ze kunnen dat later meestal niet meer inhalen. Het centrale zenuwstelsel kan beschadigd worden, evenals organen, bijvoorbeeld het hart. Ook kan zo'n kindje een afwijking krijgen aan de ogen. Tijdens de borstvoeding wordt het drinken van alcohol ook afgeraden, omdat alcohol pas na drie uur is afgebroken.
Een erg gevoelige periode ligt in de eerste twee maanden van de zwangerschap. Maar ook daarna kan het kind schade ondervinden van de drinkgewoonte van zijn moeder. Er valt geen antwoord te geven op de vraag hoeveel 'veel' is en of er dan niet is aan te geven wat u zonder bezwaar nog wel kunt drinken. En zolang niemand kan zeggen hoeveel alcohol 'onschadelijk' is, is het advies geen alcohol te drinken vanaf het moment dat een vrouw zwanger wil worden tot het einde van de periode waarin ze borstvoeding geeft. Het wordt een man aangeraden om geen alcohol te gebruiken als zijn vrouw zwanger wil worden.

BRON: http://www.erfelijkheid.nl/zwangerschap/rokenenalcohol.php

Bij jou in bed slapen?

Mag je je kind bij jou in bed laten slapen? Hier hebben veel mensen nogal uitgesproken en vaak tegenstrijdige meningen over.
De een vindt dat een kind direct in een eigen kamertje in een eigen ledikantje moet liggen. De ander vindt het natuurlijker dat een kind de eerste paar jaar van zijn leven lekker dicht bij de ouders mag blijven en dus ook altijd bij de ouders in bed mag slapen.
Meer dan de helft van de wereldbevolking laat kleine kinderen bij de moeder in bed slapen (zelfs in het moderne Japan slapen kinderen tot hun tweede bij moeder) dus zo'n gek idee is het niet!

Sommige kinderen worden in bed gehaald door een van de ouders zodra ze 's nachts gaan huilen en niet meer snel getroost kunnen worden. Een wat groter kind zal misschien uit zichzelf 's nachts naar je toe komen met het verzoek even bij je te mogen liggen.

Doe wat je denkt dat goed is voor jezelf en voor je kind. Soms kan het lastig zijn om een kind dat eenmaal gewend is tussen de ouders in te liggen dat privilege zomaar op te geven!

Mijn mening:
Ik dacht er eerder nooit zo over naar of het kindje wel of niet bij de ouders in bed kan slapen. dit artikel heeft me aan het denken gezet.
Ik vind dat een kind 's nachts gewoon in zijn eigen bedje moet liggen. Als het kind 's nachts tussen zijn ouders in ligt kan er van alles gebeuren.
Zoals kleinere kinderen kunnen onder de dekens komen te liggen waar ze kunnen stikken, of het kind kan door verdrukking stikken, of een van de ouders kan over het kind heen rollen. Ik denk als het kind vaak bij de ouders in bed ligt dat het steeds moeilijker word om het in zijn eigen bedje te laten slapen. Als het kind 's ochtends wakker word/is lijkt het me geen probleem om even bij je in bed te nemen.

Stage!!

Ik moet vanaf Februari stage lopen.
Ik weer nog niet waar maar ik hoop dat het op een Kinderdagverblijf is.
Het worden vast leuke maanden waarin ik veel leer.
Ik heb al 3 keer vaker op een kinderdagverblijf stage gelopen.
Dus ik weet al hoe het er daar aan toe gaat, maar natuurlijk is dat overal anders.
Ik heb er zin in!!

Kinderangsten

Alle ouders kennen het: een kind dat niet durft te gaan slapen, of een kind dat een blokje omloopt vanwege een hond. Op zich is het normaal en gezond dat kinderen soms angstig zijn. En vanuit evolutionair perspectief is het maar goed ook, want angst beschermt tegen gevaar.

Een dreumes kan bijvoorbeeld bang zijn voor vreemden. Dat is nuttig, omdat hij dan minder risico loopt dat een vreemde hem iets naars aandoet. Of: een ouder kind kan bang zijn om uitgelachen te worden door leeftijdgenoten. Ook dat is nuttig, omdat zo'n kind eerst zal nadenken voordat het iets zegt, waardoor het betere sociale vaardigheden ontwikkelt.

Overdreven angst
Maar soms hebben kinderen last van overdreven angst. Dan zijn ze bang terwijl daar helemaal geen reden voor is. Een kind kan bijvoorbeeld bang zijn voor een onvoldoende, terwijl het altijd goede cijfers haalt. Of het kan bang zijn voor spinnetjes die helemaal geen kwaad doen, of voor het doodgaan van familieleden die kerngezond zijn.

Dit soort overdreven angsten kunnen het functioneren van een kind behoorlijk in de weg staan. Zelfs de ontwikkeling kan erdoor in gevaar komen.

BRON: http://www.ouders.nl/mopr2007-angst.htm

Hoe moet je reageren? Geef je Reactie
Hoe denken jullie dat je met kinderangsten om moet gaan (hoe moet je er op reageren)?
Moet je er nu wel of geen aandacht aan besteden? Moet je je kind beschermen of juist confronteren?

Herfstboom

Dit heb je nodig:- tekenpapier
- penseel
- waterverf
- fineliner

Zo ga je te werk:
Teken een boom op het papier.
Beschilder de boom en de achtergrond met waterverf.
Als de verf droog is stempel je de herfstbladeren met de toppen van je vingers op het papier. Vervolgens trek je de omtrek van de boom over met een fineliner.

In de Herfst.

In de herfst, in de herfst.
Dan laten de bomen hun blaadjes los.
Dan zoek je weer eikeltjes in het bos.
In de herfst, in de herfst.

In de herfst, in de herfst.
Dan zie je de zon vroeger ondergaan.
En soms mag de kachel al even aan.
In de herfst, in de herfst.

In de herfst, in de herfst.
Dan is het weer tijd voor je regenjas.
En soms stap je ‘plons’ in een diepe plas.
In de herfst, in de herfst.

Baby zwemmen slecht????

Baby's en peuters die naar een zwembad gaan, hebben tweemaal zoveel kans om astma te krijgen als andere kinderen. De chloordampen blijken schadelijk voor de groeiende longen. In Nederland zit er best veel chloor in het water.

Het zwemverhaal is gebleken uit een onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL). Professor Alfred Bernard onderzocht 341 kinderen in de leeftijd van acht tot twaalf jaar. De 41 kinderen die aan babyzwemmen hadden gedaan, hadden tweemaal zoveel last van astma dan de niet-babyzwemmers. Ze hadden ook vaker bronchitis.

De resultaten van het onderzoek liegen er niet om. Sommige kinderen hadden longschade, vergelijkbaar met de gevolgen van meerdere jaren roken. ‘We kunnen dus niet langer volhouden dat babyzwemmen gezond is’, aldus professor Bernard in Gazet van Antwerpen. ‘De longletsels zijn te verklaren omdat de longen rond de leeftijd van zes à zeven maanden - de periode van de watergewenning voor baby's - in volle ontwikkeling zijn.’

BRON: http://vrouw.blog.nl/gezondheid/2006/01/24/babyzwemmen_hartstikke_slecht

REACTIE!!!
Wat denken jullie zou het echt zo ongezond zijn?

Thematafel verkeer!!

Hallo allemaal,,

Ik moet samen met Melanie Nijmeijer een thematafel.
Wij hebben het thema verkeer.
Wij moesten onze thematafel in week 42 af hebben.
We zijn heel erg druk geweest met leuke dingen bedenken en maken voor wat er op de tafel kan staan.
Alles is af en het is heel mooi geworden.
Helaas hebben wij onze tafel nog niet op kunnen zetten.
Dit word uitgesteld, we weten nog niet wanneer we de tafel op moeten zetten.
Jullie krijgen nog te horen wanneer wij de tafel op moeten zetten en dan moeten jullie zeker gaan kijken.
Ik hoop dat jullie de tafel ook mooi vinden.

Duimzuigen of fopspeen?

Duimzuigen
Reeds voor de geboorte vindt het mensenkind zijn duim. Maar de zuigbeweging van de foetus komt eerder reflexmatig tot stand. Babytjes gaan vooral duimzuigen bij het inslapen en als troost bij verdriet. Wanneer de tandjes doorbreken rond de leeftijd van zes maand beginnen baby’s vaak te duimen om de pijn en de gevoeligheid van het tandvlees te verzachten. Op het einde van het eerste levensjaar wordt duimzuigen meer en meer een doelbewuste beweging. Door de ontwikkeling van de oog - hand coördinatie krijgt het kind meer controle over zijn bewegingen. Duimzuigen wordt stilaan een gewoonte. Een lastige gewoonte die moeilijk af te leren valt. De duim is immers altijd voorhanden.

Duimzuigen na de leeftijd van 3 jaar is absoluut af te raden!!

Het heeft immers een aantal negatieve gevolgen :
- Door duimzuigen ontstaat de gewoonte om enkel via de mond adem te halen. Dit kan infecties in de hand werken.
- Er ontstaat een foute positie van de tong met als gevolg een afwijkend slikpatroon.
- Duimzuigen kan gebitsafwijkingen veroorzaken. Een van de meest voorkomende problemen is het naar voor en uit elkaar duwen van de buitenste snijtanden.
- Duimzuigen kan leiden tot een onduidelijke spraak ten gevolge van problemen bij de uitspraak van de klanken t-d-n-s-z.

De fopspeen onder de loupe
Als je borstvoeding geeft, is het echt aangeraden om zowel de duim als de fopspeen te mijden. Probeer enkel met borstvoeding aan de zuigbehoefte van je baby te voldoen. De eerste weken na de geboorte gebruik je ook best geen fopspeentje om het risico op zuigverwarring te voorkomen. Een baby moet immers aan de borst op een heel andere manier zuigen dan aan een zuigfles of een fopspeentje.
Lukt het niet, dan is een fopspeentje geen fantastisch maar wel een beter alternatief dan duimzuigen. Fopspeenzuigen heeft immers minder negatieve gevolgen voor het gebit. Het bevordert de neusademhaling. Dit zou volgens sommige studies een positief effect hebben op de preventie van wiegendood. De speen zit mooi in het midden van de mond, hierdoor zal fopspeenzuigen geen aanleiding geven tot een assymetrische ontwikkeling van de tandboog.

Tips voor een goed fopspeengebruik
- Anatomische gevormde spenen kan een baby makkelijker in zijn mondje houden. De speen valt minder vlug op de grond en dat is beter voor de hygiëne.
- Je hebt rubber (latex) en sillicone spenen. Sillicone wekt bijna nooit allergieën op en sillicone is ook sterker, waardoor de speen minder makkelijk slijt. Latex daarentegen kan wel een allergische reactie oproepen, slijt makkelijker, maar voelt wel soepeler aan. Latex spenen moet je minstens 10 minuten afkoken voor het eerste gebruik.
- Let op de verpakking naar de leeftijdsaanduiding, zodanig dat je een speen koopt aangepast aan de leeftijd van je kind.
- Let goed op de slijtage van de fopspeen. Stukjes latex die loskomen en ingeslikt worden zijn erg giftig. Als je baby op een fopspeen begint te bijten, geef dan vlug een bijtring.
- Wees erg voorzichtig met touwtjes en kettingen aan het fopspeen.
- Geef nooit een fopspeen met honing, jam of andere zoete stof aan je baby. Dit is echt niet goed voor de tanden.
Het gebruik van een fopspeen zeker tegen 4 jaar afleren.

Mijn mening:
Ik dacht altijd dat er geen verschil was tussen duimzuigen en een fopspeen. Ik dacht dat het wel goed was om een speen in te doen als een baby aan het huilen is. Ik dacht dat duimzuigen en of een fopspeen even slecht waren voor het gebit. ik heb nu gelezen dat door duimzuigen de klanken t-d-n-s-z verslechterd kunnen worden. en dat duimzuigen kan leiden tot gebitsafwijkingen.
Als ik zelf een kind zou hebben zou ik er op proberen te letten dat die niet zoveel zijn duim in de mond doet maar meer de fopspeen gebruikt als die verdrietig en ontroostbaar is.

Baby’s & speelgoed

Spelen is belangrijk
Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Door te spelen leert een kind zichzelf en zijn omgeving kennen en oefent hij essentiële vaardigheden. Spelen is noodzakelijk voor zowel de lichamelijke, sociale, emotionele en verstandelijke ontwikkeling van je kind. Als ouder probeer je voor je kind een interessante, aantrekkelijke omgeving te scheppen, die aanzet tot spelen. Maar spelen is iets spontaan, niet gericht op resultaat en in principe speelt een kind met wat er voorhanden is. Heel jonge baby’s hebben in feite geen speelgoed nodig. Als ze wakker worden kijken ze nieuwsgierig in het rond…

Bij baby’s gaan spel en motorische ontwikkeling hand in hand!
Heel jonge baby’s kijken als ze wakker worden heel nieuwsgierig in het rond. Je kan dus een kleurig mobieltje boven de wieg hangen en je kan er voor zorgen dat een baby veel kan zien, door hem niet ganse dagen op zijn rugje te laten liggen, maar ook eens in buiklig, op de mat of met steun, maar niet voor lange tijd in de relax. In buiklig kan je jonge baby bovendien goed oefenen in het opheffen van het hoofdje.

Let wel op dat een baby slechts dingen opmerkt die maximum 60 à 90 cm van hem verwijderd zijn. De beste afstand ligt rond 15 cm.

Zelfs heel jonge baby’s hebben bijzondere interesse voor het menselijk gezicht en de menselijke stem. Het is dus echt niet zo gek om je baby dicht bij je te nemen, hem aan te kijken en tegen hem te praten!

Tussen 3 en 4 maand begint een baby voorwerpen vast te houden. Hij oefent het grijpen en zal elk voorwerp onderzoeken, in de mond steken of er mee slaan. Ook het trappelen met de voetjes wordt krachtiger. Een babygym, een trappelspeeltje aan het voeteneinde van het bedje zijn heel geschikt speelgoed. Ook rammelaars doen nu hun dienst. Maar het is belangrijk om een kritische blik te werpen op elk speelgoed. De speeltjes die aan de babygym hangen mogen niet te zwaar zijn, ze moeten bereikbaar zijn voor de grijpende handjes van je baby. Een rammelaar moet licht genoeg zijn, makkelijk vast te houden, geen te lange steel hebben, zodanig dat je baby niet in z’n gezichtje slaat.

Geluiden binnen het blikveld trekken de aandacht van je baby. Een muziekdoos of muziekmobieltje zal zeker succes hebben. Maar ook als jij een liedje zingt voor je baby, zal dit hem uitermate bevallen.

Vanaf 6 maand krijgt een baby belangstelling voor het effect van zijn eigen handelingen. Je baby kan nu zitten en dat betekent dat hij beide handen vrij heeft om speelgoedjes vast te pakken en te betasten. Hij vindt heel wat plezier in het kloppen met of gooien van speelgoed. Kiekeboespelletjes met mama en papa worden bijzonder gewaardeerd.

Rond 8 maanden grijpt er een revolutie plaats in de leefwereld van je baby. Hij zal beginnen kruipen en hij kan nu op eigen kracht zich voortbewegen naar de dingen die hem interesseren… en dit is niet altijd speelgoed! Bewegingsvrijheid geven aan je baby is op deze leeftijd het beste speelgoed. Je baby vindt het bijzonder leuk om voorwerpen te stapelen, doosjes te openen of te sluiten. Insteken en uithalen is daarbij z’n favoriete activiteit. Samen eenvoudige balspelletjes spelen vindt je baby ook reuze.

Let op de veiligheid!
Een bedje volstoppen met knuffels of speelgoed wordt afgeraden ter preventie van wiegendood. Bij oudere baby’s is het ook belangrijk dat het bedje aangeduid wordt als een plaats waar geslapen wordt. Spelen gebeurt op een ander moment en op een andere plaats…

Als je speelgoed koopt, moet je steeds attent zijn voor de veiligheidsaspecten. Speelgoed moet stevig en stabiel zijn, mag geen scherpe randen hebben en geen makkelijk los te maken of uitstekende onderdelen. Omdat je baby alles naar de mond brengt is het belangrijk dat speelgoed gifvrij is en om redenen van hygiëne, afwasbaar is.

Samenspelen is aandacht geven.
Als je samen met je kind een spelletje speelt, leer je je kind beter kennen. Je kan je kind prijzen om wat het doet en je kan hem helpen om nieuwe zaken op te merken. Door positieve aandacht wordt je kind ondernemender en krijgt het meer zelfvertrouwen. De tijd die je samen met je kind doorbrengt, kan je nooit vervangen door speelgoed.

Wat is een huilbaby?

Meestal kan je je baby vlug troosten en weet je wat er aan de hand is. Maar bij sommige baby’s helpt voeden, verschonen of koesteren niet. Ze blijven maar doorhuilen en je weet niet waarom. Als een baby elke dag urenlang huilt zonder aanwijsbare reden, noemen we dit een huilbaby.
Meestal beginnen deze doordringende huilbuien enkele weken na de geboorte. Een huilbaby is zeker geen zeldzaam verschijnsel. Huilbuien bij huilbaby’s, zoals trouwens bij alle kinderen, komen vooral ’s avonds voor tussen 6 en 12 uur. Het verschil zit in de manier waarop de baby huilt: een huilbaby huilt hoger en wisselend van toon. Als ouder ervaar je het huilen dan als onstuimig, scherp en benauwend.

Voor een huilbaby zorgen is zeker geen makkelijke opgave. Je voelt je vaak onzeker en je vraagt je af of je je kind wel op de juiste manier verzorgt. Aan goede raad van anderen ontbreekt het meestal niet, maar de goedbedoelde adviezen brengen geen oplossing. Ze maken je misschien zelfs ongerust. Is mijn baby wel gezond?

Terwijl je volop van je baby zou moeten genieten, lijkt alles kommer en kwel. Een ontmoedigende en uitputtende situatie.

Toch is er geen reden tot paniek. Want één ding staat vast: het huilen gaat over, en misschien vlugger dan je denkt. Meestal verdwijnen de problemen definitief na de leeftijd van 4 maanden. Sommige baby’s blijven nog enkele maanden langer doorhuilen.

Een huilbaby is meestal gezond!!!!

Ondanks het huilen geeft je kind geen zieke indruk. Het heeft een normale, hoewel soms onregelmatige eetlust en komt voldoende aan in gewicht. Sommige huilbaby’s brengen je ook in de war. Wat andere kinderen plezierig vinden, lijken zij als onaangenaam te ervaren. Ze kunnen overgevoelig reageren: als je ze wiegt, schrikken ze. Wanneer je ze aankijkt of probeert met hen te “praten”, kijken ze angstig en wenden ze zich af.

Bij een medisch onderzoek komt men vaak tot de vaststelling dat er niets ernstigs aan de hand is. Natuurlijk blijft een grondig medisch onderzoek altijd aan te raden. Af en toe wordt er wel iets gevonden. Heel veel baby’s hebben last van oprispingen. Die veroorzaken soms pijn en ongemakken door irritatie van de slokdarm, wat zich laat horen in de vorm van huilbuien. Sommige kinderen zijn allergisch voor koemelk, of verdragen in zeer zeldzame gevallen niet goed melksuiker. De arts moet dan een aangepaste voeding voorschrijven.

spek ijs

Benodigdheden:
ijs bakjes
gekleurde spekjes
doorzichtig folie
gekleurd lint


Beschrijving:
pak het ijsbakje doe daar 2 of 3 gekleurde spekjes in. pak dan het doorzichtige folie en doe dat erom heen. maak het vervolgens dicht met het gekleurde lint.

Wuppies

Benodigdheden:
cocktailprikkers
mandarijnen
gekleurd papier
kindvriendelijke lijm
Pen of viltstift
Eventueel plakoogjes (te koop bij knutselwinkels)

Beschrijving:
Knip voetjes uit het gekleurd papier (1 geheel). Plak de voetjes aan de onderzijde van de mandarijn. Knip vervolgens uit het gekleurd papier een strookje waarop je zelf een tekst kunt schrijven. Plak het papierstrookje vast aan twee cocktailprikkers (het idee van een spandoek) en prik deze in de mandarijn (aan de bovenzijde). Teken daarna met de pen of viltstift een gezichtje op de voorzijde van de mandarijn.

Mijn knuffel

Mijn knuffel is moe
heeft z'n oogjes toe
we gaan hand in hand
straks naaar dromeland
maar voordat we gaan
heel ver hiervandaan
in de zwarte nacht
fluister ik heel zacht
ik ben nooit alleen
met jou om mij heen!!!

spek mannetjes

Benodigdheden:
jumbopak spekjes
waterballonnetjes
beweegbare oogjes
sate stokjes
stiften
papier
plakband
lijm
doos
aluminium folie


Beschrijving:
De doos verpak je in aluminium folie, hier prik je straks de mannetjes in.
Je blaast de ballonetjes op en daar plak je twee beweegbare oogjes op.
Met zwart stift teken je er een mondje op en daarboven twee stippen die de neus voorstellen.
Dan plak je met plakband de stompe kant van de sate prikker aan het tuutje van de ballon.
Dan knip je van papier strikjes.
En die versier je met gekleurd stift, net wat je leuk vind.
Dan plak twee strikken om het satestokje.
Zodat het tuutje en de plakband verdwijnt onder het strikje.
Dan prik je 4 spekken aan elke sate stokje en die steek je in de doos

Zo denk ik nu over de BSO

Het leek me eerst helemaal niets, omdat ik altijd dacht dat de kinderen alles konden doen waar ze zelf zin in hadden.
En er leek me ook weinig afwisseling in het werk zitten.
Nou wist ik ook niet echt over de BSO.
Ik heb er nooit geen stage gelopen of gehoord hoe het werken daar was.
Door de gastles ben ik er wel meer over te weten gekomen.
Ik ben erachter gekomen dat ik altijd verkeerd over het werken op een BSO heb gedacht. Er schijnt veel afwisseling in te zitten.
En ik vind het ook heel leuk dat er met thema's word gewerkt.
Toch is de BSO niet waar ik wil werken.
Het is niet echt mijn doelgroep.
Ik wil graag met baby's of peuters werken op een kinderdagopvang.

Feiten over pesten

De meeste basisschoolleerlingen, ruim zestig procent, worden wel eens gepest. Een enkel keertje gepest worden, daar is overheen te komen. Echter, 8 % van de basisschoolleerlingen wordt minstens één keer per week gepest. Dit zijn er minimaal twee per klas. Pesten gebeurt vooral op school. Bijna de helft van de gepeste kinderen vertelt het aan de leerkracht. Volgens de leerlingen grijpen de leerkrachten lang niet altijd in als er gepest wordt. De meeste kinderen vinden het vervelend om te merken dat andere kinderen gepest worden. Veertig procent van de kinderen probeert te helpen als een ander kind wordt gepest. Ongeveer even veel kinderen vinden dat ze eigenlijk iets zouden moeten doen, maar doen het toch niet. Veel kinderen vertellen thuis niet dat ze gepest worden. Van de leerlingen in het voortgezet onderwijs (klas 2 en 4) meldt dertig procent dat ze niet worden gepest. Twee procent wordt meer dan één keer per week gepest. Een klein gedeelte van de jongeren vertelt aan een docent dat hij of zij is gepest. De leerkrachten grijpen niet vaak in als er wordt gepest. Ruim twintig procent van de jongeren in het voortgezet onderwijs probeert een gepest kind te helpen. Twee keer zoveel jongeren vinden dat ze eigenlijk zouden moeten helpen, maar doen het niet. Dit blijkt uit een landelijk onderzoek uit 1991. Er deden 30 scholen voor basisonderwijs aan mee en 36 voortgezet onderwijs-scholen. In totaal zijn 88 klassen kinderen bij het onderzoek betrokken. Het onderzoek bouwt voort op grootschalig onderzoek in Scandinavië. De uitkomsten van het Nederlandse onderzoek kloppen in grote lijnen met de resultaten uit andere landen. Overigens worden niet alleen kinderen gepest. Ook op het werk lijkt pesten regelmatig voor te komen.

Gastles BSO

Wij hebben vandaag (16 September 2008) een gastles gehad over de BSO.
Deze gastles werd gegeven door Dierdre Kleine Punte.
Ze komt zelf uit Afrika en woont al 14 jaar in Nederland.
Ze werkt op de BSO Zeven bergen in Hengelo.

De BSO is gericht op de doelgroep kinderen van 4 tot 12 jaar.
In de vakantie's is de BSO geopend van kwart voor 8 tot kwart voor 6.
Mensen hebben vaak vooroordelen over de BSO zoals:
- De kinderen luisteren niet.
- De kinderen zijn brutaal.
- Kinderen zijn niet leuk.
- Kinderen gaan graag hun eigen gang.

Eigenlijk zijn er heel veel voordelen vertelde ze zoals:
- Je bent minder met de verzorging bezig.
- Geen vieze luiers.
- Ze kunnen zelf lopen.
- Je kunt de kinderen sturen.
- De kinderen kunnen zelf hun brood smeren.
Zo zijn er nog veel meer voordelen.

In de vakantie's hebben ze ook altijd thema's zodat er voor de kinderen meer afwisseling is.
Dit doen ze vooral omdat de kinderen dan vaak de hele dag op de BSO zijn. Zo word er in de zomervakantie om de 2 weken een ander thema gedaan. De thema's bepalen ze samen met de kinderen 3 weken van te voren. Ze gaan dan samen met de kinderen in een kring zitten en overleggen welke thema's ze kunnen doen. De leukste thema's halen ze er dan uit en die gaan ze verder uit werken. De leidsters maken verder niet iets speciaals dat laten ze door de kinderen doen. De leidsters helpen natuurlijk wel mee. Zo krijg je dat de kinderen zelf heel leuk en creatief er mee bezig zijn.

Ik vond dit wel een leuke Gastles er werd alleen niet zo heel erg veel verteld. Ik had het ook wel leuk gevonden als ze meer over het werk zelf vertelde zoals wat de openings tijden zijn en of het werk zwaar is en hoe zij het ervaart.

Een koetje en een kalfje

Een koetje en een kalfje, Die liepen in de wei.
Toen kwam er een heel dik varkentje voorbij,
Dat zei, dat zei: geef dat kalfje maar aan mij.
Nee, zei de koe, boe, boe, boe!
Nee, zei de koe, boe, boe, boe!

naar bed,

Naar bed, naar bed, zei Duimelot.
Eerst nog wat eten, zei Likkepot.
Waar zal ik het gaan halen, zei Lange Jan.
Uit Grootmoeders Kastje, zei Ringeling.
Dat zal ik verklappen, zei 't kleine ding.

Kindermishandeling

Ik ben lucht

voor mijn vader

In een hoekje getrapt

en vergeten

Ik ben niks

Ik ben niemand

en nergens toe in staat

dan te janken in mijn slaap

Zie mij,

Kijk maar goed

van voor en van achter

Ik spring in het rond

Maar daaronder

koud en kil

Warmte ken ik niet

Want ik ben de lucht

die ik adem niet waard

Mijn mening:

Ik vind het heel erg dat kinderen nog steeds mishandeld worden.

Ik denk dat er nog meer toezicht op gehouden moet worden op school.

En dat er misschien ook voorlichtingen moeten worden gegeven op basisscholen.

Dit vooral omdat kinderen dan weten hoe ze er mee om moeten gaan en wat ze er aan kunnen doen.

Met wie ze kunnen gaan praten als het gebeurt.